Politiek in Praktijk: Nederlandse versus Amerikaanse verkiezingen

Korte omschrijving werkvorm
Aan de hand van een PowerPoint en vragen aan de leerlingen bespreek je hoe het werkt om in Nederland minister-president te worden, en in de Verenigde Staten president. Er zijn overeenkomsten, maar ook verschillen: in de VS kiezen ze tussen 2 partijen, in Nederland tussen veel meer. Om dat te illustreren (en ter afwisseling) mogen leerlingen twee keer fysiek stelling nemen over 3 stellingen die respectievelijk in Nederland en in de Verenigde Staten actueel zijn. Nadat leerlingen stelling hebben genomen, krijgen ze de positie van de (resp. 13 of 2) partijen te zien. Je sluit af met een herhaling van alle stappen (waarbij de gang van zaken in beide landen naast elkaar wordt geplaatst) en een reflectie.

Leerdoelen
• De leerlingen weten dat er in Amerika een ander kiessysteem is dan in Nederland.
• De leerlingen ervaren dat bij de presidentsverkiezingen in de Verenigende Staten kiezers mogen kiezen uit twee kandidaten van twee verschillende politieke partijen en dat kiezers in Nederland bij verkiezingen mogen kiezen uit heel veel verschillende partijen.
• Leerlingen begrijpen dat in Nederland vaak meerdere partijen nodig zijn om een meerderheid te hebben in de Tweede Kamer
• Leerlingen weten dat de minister-president in Nederland minder macht heeft dan de president in Amerika
• De leerlingen vormen een mening over de voor- en nadelen van het systeem in de VS en het systeem in Nederland.

Bijlagen

Zoek

Filters